We kozen een mooie zomerse dag uit om naar dit nationaal park te rijden, een afstand van ongeveer 150 km van ons vakantiehuisje nabij Mora. Op de lange eenzame rijksweg 70 tussen Älvdalen en Särna zagen we al van ver een eland midden op de baan staan, we dachten eerst dat het een standbeeld was. Nadat we voorbij Särna de afslag richting Mörkret hadden genomen zagen we onze tweede eland. Later die dag zagen we er nog twee.
Dit record (vier elanden op één dag) hebben we daarna nooit meer gebroken. Ofwel hadden we die dag veel geluk ofwel verblijven er veel elanden in deze streek. De weg eindigt aan de ingang van het park. Hier is ook een Naturum of bezoekerscentrum en een restaurant.
De naam van het park komt van de Fulufjället, een berg van meer dan 1000 m hoog. Het park is voor het grootste deel een gebied met veel laag struikgewas, mossen, grassen en kale bergen. Bossen met bomen zijn in de minderheid.
In het belangrijkste deel van het park zijn geen menselijke activiteiten zoals elandenjacht of vissen toegestaan. Ook mogen hier geen rendieren grazen zodat er veel mossen groeien. Het park heeft 140 km aangelegde wandelpaden. Wij deden enkel de wandeling naar de Njupeskär, de hoogste waterval van Zweden. Deze is een gemakkelijke wandeling over een mooi pad. Halverwege zie je in de verte al de waterval liggen. Op het einde daal je een houten trap af en loop je over een houten plankier naar de indrukwekkende waterval die langs een steile rotswand naar beneden valt. Aan deze waterval met zijn hoogte van 93 m (waarvan 70 m vrije val) lag onderaan nog sneeuw. De mist van vele waterdruppels maakte het fotograferen niet gemakkelijk. In de winter bevriest deze waterval. Het uitzicht is dan niet alleen bijzonder, de waterval wordt dan ook nog beklommen. De wandeling gaat hier verder en komt weer aan het Naturum uit.
Een speciale wandeling met een gids vertrekt op sommige dagen aan dit Naturum naar een 9550 jaar oude spar, Old Tjikko. Reserveren voor de tocht naar deze 5 m hoge boom is nodig.