Vlakbij de Deense grens ligt het grootste Noord-Friese Waddeneiland Sylt. Dit Waddeneiland is met de 11 km lange Hindenburgdamm met het vasteland verbonden. Over deze dam loopt enkel een spoorlijn maar ook auto’s kunnen met de trein mee. De erosie is door de bouw van dijken fel verminderd, zodat het eiland minder in omvang verkleint dan in de vorige eeuwen. Het eiland is 35 km lang en op het breedste punt 13 km breed. Het is het tweede grootste eiland van Duitsland.
Vanaf het Deense eiland Rømø is Sylt eveneens te bereiken met de Sylt Fähre, een boottocht van ongeveer drie kwartier.
In de 20e eeuw veranderde Sylt erg door de toename van het toerisme, waardoor veel oorspronkelijke bewoners (Friesen) het eiland moesten verlaten. Nu wonen er ongeveer 20.000 mensen, hoofdzakelijk Duitsers.
Sylt is eigenlijk een 40 km lang zandstrand, met aan de ene kant de branding van de Noordzee en aan de andere kant het rustige water van de Waddenzee. Achter het strand en de duinen is een smalle reep groen voor bebouwing en agrarische activiteiten. Haaks op het lange strand van Sylt staat het groene gedeelte van het eiland.
Wij namen vanuit Rømø de veerboot naar Sylt. De boot komt aan in de havenstad List, een stad met veel winkeltjes en restaurants. Van hier reden we richting Westerland, de mondaine hoofdstad van het eiland en tevens kuuroord. We reden door een duinenlandschap, waarbij we af en toe moesten stoppen voor schapen die de weg overstaken. We passeerden enkele golfterreinen. In Westerland was het redelijk druk en nadat we eindelijk onze auto geparkeerd hadden wandelden we hier wat rond. Ook op de dijk of promenade wilden we wandelen. Tot onze verbazing moest je betalen om op de dijk te wandelen, tenzij je een kuurpas had. We hadden toen wel door dat het er hier redelijk elitair aan toe ging en hebben niet betaald, de zee kun je immers op veel plaatsen zien.
We zijn dan direct doorgereden naar Morsum. Hier wandelden we op de Morsummer Kliff, kliffen van bijna 2 km lang tot wel 20 m hoog. ’s Middags aten we in het nabij gelegen restaurant met dezelfde naam, gezeten in een gezellige strandkorf.
De duinen op Sylt zijn hier en daar volstrekt uniek. Bij het plaatsje Kampen is er het Rote Kliff. Dit is een 25 meter hoge koperkleurige duinwand. Er zijn nog meer kliffen zoals het Morsum Kliff, het Grüne Kliff en het Weiße Kliff. Bij List, het noordelijkste stadje op Sylt ligt het natuurreservaat van de wandelende duinen. Deze 1000 m lange en 30 m hoge duinen van kwartszand verplaatsen zich naar het oosten met een snelheid van 6 m per jaar.
Terug aangekomen in List namen we niet direct de boot terug naar Rømø, maar maakten we eerst nog een wandeling op de Ellenbogenspitze. Dit gebogen schiereiland bevindt zich aan de noordelijkste punt van het eiland en is een vogelreservaat.