Denemarken bestaat uit één schiereiland: Jutland (Jylland) en ongeveer 400 grote en kleine eilanden. Jutland is dunbevolkt, het zuidelijk deel behoorde vroeger tot het graafschap Schleswig en heeft veel interessante plaatsen, zoals Ribe en Tønder. In het noordelijke deel van Jutland ligt de Limfjord en Aalborg. Grote eilanden zijn: Sjælland met Kopenhagen, Fyn (Funen) met Odense en Lolland en Falster. Onze eerste vakantie in Denemarken brachten we door in Zuid-Jutland. We bezochten mooie steden zoals Ribe en Tønder. De waddeneilanden Rømø, Mandø en Fanø waren bijzonder. Een jaar later reden we naar Noord-Jutland. Op het noordelijkste punt in Skagen, komen hier de Noordzee en Oostzee samen. We bezochten in 2007 nog de Mårup Kirke en de Rubjerg Knude Fyr, nu zijn ze waarschijnlijk opgeslokt door de zee of het zand. Twee jaar later namen we vakantie op Langeland en bezochten ook veel plaatsen op Funen. Langeland is een eiland tussen Lolland en Funen. Op Funen kan je veel kastelen bezoeken, het bekendste is Egeskov Slot. Op Langeland bezochten we haventjes en natuurgebieden zoals Dovns Klint. Als is een eiland voor de oostkust van Jutland en is er met twee bruggen mee verbonden. Ook hier staan mooie kastelen.