Dit idyllisch dorpje, in de Hinteren Sächsische Schweiz tegen de Tsjechische grens gelegen, werd in 2000 tot mooiste dorp van Saksen verkozen en in 2001 tot mooiste dorp van Duitsland. In het dorp kan je de Heimatkundliche Dorfrundgang volgen, een wandeling door het dorp waarbij infoborden je informatie verschaffen. Typisch voor dit dorp zijn de Umgebindehäuser waarvan er hier nog 80 bewaard zijn gebleven. In principe bestaan die huizen uit twee onafhankelijk van elkaar staande delen.
Het eerste deel is een houten blokhut die een vloer, een dak en muren heeft en volledig uit hout is geconstrueerd. Het tweede deel is een huis dat rond de blokhut wordt opgetrokken en ze volledig omgeeft (umgebind). Het gewicht van de bovenverdieping en het dak wordt langs deze omhulling naar de grond geleid. Deze vorm van bouwen is een combinatie van de Slavische blokhut en het Germaanse vakwerkhuis en werd door eenvoudige ambachtslieden uit het dorp ontwikkeld. Niet alleen in Hinterhermsdorf werd deze vorm van bouwen toegepast, ook in sommige streken in Polen en Tsjechië werd zo gebouwd. De Umgebindehäuser hier zijn allemaal verschillend, de een al mooier dan de andere. Sommige huizen hebben twee blokhutten.
In de Neudorfstrasse 2 is in één Umgebindehäus een museum ingericht. In deze Waltarbeiterstube wordt een idee gegeven hoe het leven er in het jaar 1900 eruit zag voor een woudarbeider. Een klein maar interessant museum, waar de verantwoordelijke ons vriendelijk het principe van het Umgebindehäus haarfijn uitlegde.
De blokhut houdt veel beter de warmte vast dan de rest van het huis zodat het gezin het meeste deel van de tijd in de blokhut verbleef. Rond het museum is ook een tuin aangelegd waar bijna vergeten kruiden en bloemen geteeld worden. Alhoewel het een klein dorp is, er zijn maar twee straten, zijn er toch 5 Gaststätte en 3 Hotels. Hier eet je Hausmanskost of je kiest de sächsich-böhmische Küche.
Wij dronken koffie in hotel "Erbgericht" in de Schandauer Straße. De benaming Erbgericht zijn we dikwijls tegengekomen in de Sächsische Schweiz. Dit begrip stamt uit de middeleeuwen. Het Erbgericht was de zetel van de Erbrichter, een lid van de dorpsgemeenschap dat de dorpsrechtbank leidde. Hij kon zijn ambt doorgeven aan zijn nazaten. Hij ontving een deel van de gerechtskosten en boetes, meestal een derde. De Erbrichter had het recht om dorpstavernes uit te baten (vandaar dat nu nog veel cafés of hotels "Erbgericht" heten). De Erbrichter had ook het recht om ambachtslieden te houden en eigen molens uit te baten. Vroeger leefde men hier vooral van houtkappen, het hout werd langs de Kirnitzsch naar Bad Schandau en Dresden gevoerd. Hiervoor werden één grote en drie kleine sluizen gebouwd. Door de grote sluis ontstond een meer waarop nu nog aan watersport wordt gedaan.