Dit is een kleine maar sympathieke zomerboerderij op 8 km van het dorpje Vikarbyn. De afslag op weg 70 tussen Rättvik en Vikarbyn staat duidelijk aangegeven. De zandweg naar deze fäbod is goed berijdbaar. Karl-Tövåsens Fäbod bestond al in de 17e eeuw en had toen zes eigenaars. Vroeger waren hier tientallen zomerboerderijen, maar de Karl-Tövåsens Fäbod is de enige die nu nog gebruikt wordt. Ze wordt sinds 1663 onafgebroken elke zomer gebruikt door de familie Gumuns die de traditie in ere wil houden.
De houten gebouwen die er nu nog staan stammen uit die tijd. De gebouwen van de andere fäbodar zijn grotendeels vervallen, er blijven enkel funderingen van over.
Vroeger werden de koeien op 10 juni overgebracht naar de zomerboerderij. De mannen bleven slechts enkele dagen om de nodige herstellingen te doen. Het waren vooral de vrouwen en meisjes die hier het werk moesten verrichten. De koeien moesten tweemaal per dag gemolken worden en er moest kaas en andere melkproducten gemaakt worden.
Een meisje had de opdracht de koeien overdag te laten grazen op de zomerweiden. Half augustus vertrok men terug naar het dal. Er zijn hier koeien en paarden. Kippen, schapen en geiten lopen hier vrij rond. Na de bezichtiging van de boerderij dronken we nog koffie op het terras en kochten vers gemaakte kaas voor thuis. Dit bezoek bracht ons honderden jaren terug in de tijd. Nadien maakten we nog een korte gemarkeerde wandeling in het bos rond de fäbod waarbij we een tijdje vergezeld werden door de geiten van de boerderij.