Een klein rustig dorpje met een kleine haven die van de 16e tot de 20e eeuw voor de welvaart zorgde. Van hieruit voeren zeilboten met een platte bodem, geladen met appels en graan, maar ook met stapels hout voor de ovens van de bakkers, naar Saint-Malo. De goederen werden geladen en gelost vlak naast de getijdenmolen. Hiervoor werden geplaveide kreken aangelegd zodat de schepen beter en sneller konden geladen en gelost werden. Er stond al in de 15e eeuw een getijdenmolen maar diegene die er nu nog staat werd in de 19e eeuw gebouwd. Hij bleef in werking tot 1950. Bij hoogwater stroomde het water in een reservoir dat afgesloten was met een stenen muur.
Een speciale deur zorgde ervoor dat het water binnen kon stromen bij hoogwater, bij laagwater sloot de deur zich vanzelf. De molenaar kon dan het water langs een sleuf naar zijn molen leiden.
De meeste bezoekers komen naar Mordreuc om de beroemde zeehond L9 te zien. Deze vrouwelijke zeehond werd bij zijn geboorte afgestoten door zijn moeder en dan 6 maanden lang verzorgd en groot gebracht door medewerkers van een instituut dat de oceanen bestudeert. L9 is de naam die ze kreeg in het instituut. Na deze periode werd zij vrijgelaten in de baai van de Mont Saint-Michel, in de hoop dat zij aansluiting zou vinden bij een kolonie zeehonden. Maar de zeehond gaf de voorkeur aan menselijk gezelschap en vertoeft sindsdien al vijf jaar in de vallei van de Rance. Er werden nog andere pogingen ondernomen om haar terug bij andere zeehonden te zetten, maar telkens komt ze terug naar de Rance. Vaak ligt ze te zonnen in Mordreuc vlak voor het restaurant en vermits ze niet bang is van mensen kan je haar zeer dicht benaderen. Wij waren hier bij laagwaterstand en dan is ze niet te zien natuurlijk.
Eten deden we in het enige restaurant van het dorp, La Cale de Mordreuc, een gezellig restaurant met lekker eten en een mooi uitzicht op de Rance en het schiereiland Le Chêne Vert met het kasteel van Péhou, dat aan de overkant van de Rance gelegen is.